Het leven lijkt soms op een surrealistische sciencefictionfilm, alleen nu is het echt. En we kennen het vervolg van het script niet. Een onzichtbare vijand heeft zich onder onze soort verspreid, maakt onschuldige slachtoffers en legt ons lam. Toch heeft het ook een drietal positieve kanten welke verband houden met ons evolutionaire verleden.
Lang geleden leefde onze diersoort, de moderne homo sapiens, in kleine groepjes die rondzwierven in de voor hen begaanbare delen van de wereld. Wetenschappers schatten in dat deze groepjes ongeveer 20 personen telden. Ze bleken goed te zijn in samen overleven. Met het delen van informatie en kennis, en met overleg en creativiteit, werd steeds de beste oplossing gekozen voor overlevingsproblemen die zich voordeden. Het was een overzichtelijk scala aan knelpunten, maar daarom niet minder cruciaal; zoals gebrek aan voedsel, water, onderdak of problemen met het opvoeden van kinderen en het verzorgen van de zieken.
Deze originele menselijke samenlevingsvorm is al heel oud en bestond ook al bij de menssoorten en mensachtigen die ons voorgingen in de evolutie. Ik noem dit het ‘steentijdgroepje’, omdat de creativiteit hen ook aanzette tot het ontwikkelen van gereedschappen. Gereedschappen van diverse materialen, alleen de stenen hebben de toets des tijds overleefd. De oudste sporen hiervan zijn 3,4 miljoen jaar oud. Tot nu toe dan, want nieuwe vondsten brengen het ontstaan van het steentijdgroepje steeds verder terug in de tijd.
Het steentijdgroepje is onze instinctieve samenwerkings- en overlevingsvorm. Uit onderzoek bij natuurstammen is gebleken dat de groepen een egalitair karakter hadden. Er was (bijna) geen bezit, dus weinig materiële ongelijkheid. Iedereen moest overleven en droeg naar vermogen bij in de groepsactiviteiten. Beschikbaar voedsel werd gedeeld. De belangrijkste taak van de groep is het laten opgroeien van de kinderen tot wijze zorgzame volwassenen. Zij zijn de toekomst van de groep, de toekomst van onze diersoort.
Dat deze overleving goed gelukt is blijkt wel uit de omvang van onze grote familie die momenteel bijna 7,8 miljard leden telt. Alle familieleden zijn genetisch zeer verwant door de korte geschiedenis van de moderne tak met een in de moederlijn uniek begin zo’n 150 duizend jaar geleden. Waar we ook wonen, we hebben vaak dezelfde herkenbare menselijke gewoonten, hebbelijkheden en onhebbelijkheden.
Wat we ook delen is hetzelfde oer-menselijke instinct van het overleven in groepjes, waarbij voor de overleving het gemeenschappelijke belang altijd boven het individuele belang werd gesteld.
Anno 2020 heeft onze soort een andere organisatievorm. Afgezien van een paar groepen zigeuners, herdersvolken of natuurvolken wonen we op een vaste plaats in afgebakende grondgebieden. Mensen in een gebied bepalen zelf hoe ze de gemeenschappelijke voorzieningen en besluitvorming organiseren. Dit leidt tot culturele verschillen tussen mensen, en zelfs tot ruzies tussen gebieden.
Toch is onze diersoort nooit eerder zo verbonden geweest, zelfs niet in de tijd van onze eerste oermoeder. We zijn technologisch verbonden door transparante, real-time online communicatie en kennisdeling, economisch verbonden door de uitwisseling van goederen en diensten over de gehele wereld en politiek verbonden door onder andere internationale samenwerkingen. De politieke verbondenheid kan ook negatief zijn als bijvoorbeeld mensen hun land moeten ontvluchten door oorlog en/of slecht (niet-dienend) leiderschap.
Dat is nog niet alles, naast de technologische, communicatieve, economische en politieke verbinding is ook ons oeroude ‘groepsleven in de natuur’ wereldomvattend verbonden. Dit betreft zowel de verspreiding van onze soort als de leefomgeving. Onze nieuwsgierige, nomadische inborst in combinatie met moderne techniek maakt het mogelijk dat we in een snel tempo de hele aardbol kunnen verkennen en ons daar (tijdelijk) vestigen waar het goed bevalt. Dit laat sporen na in de vorm van persoonlijke vriendschaps- en familiebanden over de gehele wereld. Daarnaast is onze leefomgeving door overbevolking en techniek verbonden in de kwaliteit van de natuur, de dampkring, het water, de aarde en het klimaat.
Ook het virus vindt, net zoals andere ziekteverwekkers, dat we één zijn. Het maakt geen onderscheid tussen geslacht, huidskleur, nationaliteit, leeftijd, religie, rijkdom en seksuele voorkeur. En het verspreidt zich razendsnel door onze grote onderlinge verbondenheid. Wij zijn één groepje geworden, of beter gezegd, we zijn één hele grote wereldwijde groep moderne homo sapiens. Wij zijn het steentijdgroepje 2.0.
Want al hebben we de techniek van 2020, we zijn nog steeds een mens uit de steentijd. Een diersoort die instinctief het beste overleeft in een egalitair, samenwerkend, creatief en zorgzaam groepje.
De nieuwe gemeenschappelijke vijand heeft ook een positieve kant, of eigenlijk meerdere waarvan er drie gelijk in het oog springen. Ten eerste leert het onze soort om op mondiaal niveau nog beter samen te werken. Waarbij we samen strijden tegen covid-19 in plaats van tegen elkaar in economische, juridische, politieke en territoriale gevechten. De WHO speelt als medisch expert een hoofdrol in het geven van adviezen om de vijand te verslaan. Alle landen zullen samen moeten werken in de ontwikkeling, productie en evenredige verspreiding van beschermingsmiddelen, geneesmiddelen en vaccins.
Het tweede voordeel is dat we weer leren het gemeenschappelijke belang boven het individuele belang te stellen. Het vooropstellen van het gemeenschappelijke belang, het groepsbelang, is ons instinct, maar door onze individualistische, materialistische levenswijze zijn we dit in mindere of meerdere mate ontwend. Dit betekent bijvoorbeeld dat we het hamsteren moeten afleren evenals het goed volgen van sociale quarantaine richtlijnen. Hiermee kunnen we het leven van anderen vergemakkelijken of misschien zelfs wel redden.
Het derde en belangrijkste effect van dit virus is dat het ons heel bewust maakt dat we één groep zijn, het steentijdgroepje 2.0, en dat we alleen samen kunnen overleven. Dit nieuwe bewustzijn is hard nodig, niet alleen voor het virus, maar ook voor alle natuur- en klimaatuitdagingen die onze soort nog moet oplossen om duurzaam te kunnen overleven. Het bewustzijn van steentijdgroepje 2.0 was al aanwezig bij een grote groep mensen die de klimaat- en milieuproblemen serieus namen. Nu kan ook de rest dat bewustzijn ervaren. Klimaatveranderingen zijn heel misschien nog te ontkennen, maar Corona niet.
Alles gebeurt met een reden en hoe vreselijk Corona ook is, laat het een les zijn over hoe we duurzaam en menselijk met elkaar kunnen omgaan. Moge onze kinderen en hun nageslacht een lang en gelukkig steentijdgroepje 2.0 zijn.